Aankomst op Bishek Airport. Per busje ga je naar het basiskamp in een dorp op een hoogte van 1100 meter. In de morgen kan je een beetje rust nemen. ‘s Middags transfer naar de vallei Toura Gaïng voor het eerste contact met de paarden. Je kunt een paard uitkiezen voor de trektocht. ‘Reserve’-paarden lopen mee, dus je kunt later wisselen, mocht je dat willen. Overnachting in tent.

De paarden brengen ons naar de roodgekleurde Kejar Suu canyon, vormgegeven door erosie. Zwarte ooievaars (wist je dat die bestonden?) en honderden spreeuwen hebben hier hun nesten. Vanuit de canyon rijden we naar de Keuk Bel valley over een 2500 meter lange pas. Overnachting in tent.

Op het zuiden van de bergkant waar we rijden hebben we zicht op het Issyk Kul meer dat op 100 kilometer afstand ligt. De Kerkebess-pas (we rijden inmiddels al op 3600 meter) is vol van lieflijke, kleine meertjes. Bergafwaarts zal de lucht warmer zijn en wij komen aan bij onze gastheer en zijn tentenkamp waar we overnachten.

Van de Kochkor vallei naar het dorp Agoutchouk. Je zal blij worden van de velden vol met bloemen. Die nodigen uit tot een galop. Tegen theetijd arriveren we bij onze gastheer. We overnachten in zijn pension waar een sauna is.

Via een semi-woestijnachtig landschap rijden we naar de zoutmijnen van Chong Touz. Na een bezoek in de diepe en verbazingwekkende mijnen rijden we naar een meertje en vestigen we ons in de buurt. Overnachting in tent.

We beginnen direct met de beklimming zodra we het kamp verlaten en stijgen naar een hoogte van 3800m hier hebben we een magnifiek uitzicht het uitzicht. Na een behoorlijk snelle afdaling komen we bij ons kamp in de Tchioulek-vallei.

Eerst in de velden en dan op de hoge steppe (in het Kirgizisch jaïloo), rijden we door de Kiz-Art pas en we zullen later zien waar ‘onze’ paarden in de winter wonen. We overnachten in een pension in de Klemche (groen zwaard) vallei. Voor de paarden waarop we rijden is dit een vertrouwde plek: zij brengen hier hun winters door.

We gaan door twee prachtige groene valleien met sterke stroompjes en vervolgens door de Tiuz Ashuu pas (3200 m). We volgen dan de noordkant van het meer. Na een paar galoppassen ontmoeten we de warme gastvrijheid van ons joertenkamp. Het meer Son Kul, 3016 m hoog, wordt beschouwd als de parel van Kirgizië. De brede, schitterende, staalkleurige uitgestrektheid van het meer lijkt majestueus, rustig en transparant, en ziet eruit als een enorme kom zuivere berglucht omringd door heuvels. Water en lucht lijken elkaar hier te ontmoeten. 'S Nachts stel je je voor dat je de sterren kunt aanraken. Overnachting dus in een yurt.

Na een korte maar mooie rit naar de yurtas van Abdel Kader kijken we naar de nationale paardenspelen: de Ulak Tartish (of Buzkashi) die ze te paard spelen met een dode geit. De rest van de dag gaat snel voorbij als we de shepards zien die de koeien en de merries melken, waarbij ze "kumiss" (gefermenteerde merriemelk) maken, paarden, schapen, geiten (soms yaks) verzamelen, traditionele gerechten bereiden, voornamelijk met vlees en melkachtig producten. Na de spelen gaat de transfer naar ons guesthouse in het dorp Rot Front.

Verzameltransfer naar Bishkek en bezoek aan de hoofdstad, musea, bazaars, souvenirs en handwerk ...

Terugvlucht

Deze reisbeschrijving is een grove schets. Afhankelijk van het weer kan de trip wat worden aangepast, uiteraard zonder kwaliteitsverlies. Een behoorlijk aantal overnachtingen zijn gepland in yurtas en tenten, maar ook dit kan soms worden aangepast, omdat nomaden nou eenmaal een mobiel volk vormen. Daarnaast is het mogelijk je eigen tent op te zetten als je liever niet in een yurta slaapt waar je de ruimte met anderen deelt.